Een tweede open brief aan Frits Tromp

Beste Frits,

Allereerst dank voor je tweede open brief aan mij. Dit schrijven aan jou, deze vorm van de open brief, bevalt mij wel. Er is voldoende gemeenschappelijks tussen ons - Dylan - om de conversatie gaande te houden. Tegelijkertijd is er voldoende tegenstelling om het gesprek scherp te houden.

Ik zou aan jou - als individu - mede door het lezen van je blog, dat het Christendom veel meer kan zijn alleen het slechte. Het mankement van het Christendom is, net al elke organisatie, dat het het individuele denken doodslaat. Een individu moet krachtig zijn om daar bovenuit te stijgen. Dat 'doodslaan van het individuele denken' is ook terug te vinden in de blik op Dylan, vooral in veel artikelen in dag- en weekbladen over Dylan. Alsof de schrijvers niet meer verder kunnen denken dan een omkaderd plaatje: Dylan-de-protest-zanger, Dylan-de-slechte-zanger, Dylan-de-... Enfin, ik denk dat het je wel duidelijk is.

De kunst is om voorbij het kader te kijken. Dat is wat ik keer op keer probeer te doen. Dat is wat ik met de regelmaat van de klok lees op je blog. Wij zijn niet zo verschillend.

In het verlengde daarvan: in mijn ogen ben jij veel eerder een individu die toevallig Christen is, dan een Christen. In dat kleine onderscheid zit 'm de clou.

Onder de titel Philosophical reflections heeft Martin van Hees columns gepubliceerd in het van fanzine Judas! Altijd scherp, altijd de moeite van het lezen waard. Altijd met die nieuwe, frisse blik kijkend naar Dylan's muziek. Aangezien je voldoende schoonheid / waarheid hebt gevonden in een lezing van Martin van Hees, kan ik je aanraden ook eens in zijn columns te duiken. Ze verdienen de aandacht.
M.b.t. Gotta serve somebody - geweldige song overigens - gaat Dylan aan een veel belangrijker vraag voorbij. De vraag of er Überhaupt wel gediend moet worden.
Denk overigens niet dat ik het antwoord op die vraag heb, maar dan, het stellen van de vraag is belangrijker dan het beantwoorden van de vraag.
Ik kan me zo indenken dat het wat vreemd overkomt dat ik, als atheïst, de gospel Gotta serve somebody een geweldige song vind. Luisterend naar Gotta serve somebody hoor ik niet zozeer de keuze tussen God en de duivel, maar de keuze tussen goed en kwaad.
Een keuze die we dagelijks moeten maken.

Het verheugt mij te vernemen dat het lezen van mijn blog voor jou betekent dat je opnieuw naar opnames luistert, dat je boeken bestelt, kortom, dat het je pad stuurt om verder te kijken. Dat is in essentie de reden waarom ik de blog bijhoud.
ik heb niet de illusie de waarheid in pacht te hebben aangaande Dylan, alles behalve zelfs, wat ik wel probeer is naar Dylan's werk te kijken buiten het kader. Uit je complimenten krijg ik de indruk dat me dat aardig lukt. Missie geslaagd.

Het verzamelen van verschillende persingen is inderdaad afwijkend, zo kritisch kan ik wel naar mijn eigen doen en laten kijken. Zoiets begint klein, met één plaat.
Ik herinner mij dat ik, zo'n twintig jaar geleden, een boek kocht met daarin de 100 beste albums aller tijden, aldus een x-aantal (muziek-) journalisten. Wat mij opviel, al bladerend door dat boek, was dat een aantal albumhoezen er anders uitzagen dan ik ze in de kast had staan. Zo stond in dit boek John Wesley Harding afgebeeld met een gele i.p.v. grijze rand.
Rond diezelfde tijd ontdekte ik dat menig album op cd toch echt anders klinkt dan op cd. Door dat soort verschillen werd mijn nieuwsgierigheid gewekt. Aangezien ik (blijkbaar) een aangeboren aanleg heb om te verzamelen, was ik al snel 'verloren'.
Gelukkig ben ik nog helder genoeg om nog met een glimlach naar mijn eigen gekte te kijken.

Wanneer je gelukkig bent met één versie van ieder album, kan ik daar alleen maar respect voor hebben. Het is in ieder geval een 'gezondere' manier van muziek beleven dan het maniakale verzamelen zoals ik dat doe.
Wat ik me wel afvraag, is waar voor jou de grens ligt. Koop jij bijvoorbeeld ook verzamelalbums met daarop één nummer van Dylan, zoals de soundtrack van North country of de tribute-cd voor Warren Zevon met de titel Enjoy every sandwich?
En hoe zit het dan met albums waarop Dylan op één (of enkele) nummers als sessiemuzikant te horen is, zoals Doug Sahm & Band of Street angel van Stevie Nicks? Kortom, waar ligt voor jou de grens?

Ik merk dat die grens bij mij steeds verder opschuift, ik ben benieuwd hoe dat bij jou is.

Dylan-de-kameleon is geen slechte typering, maar dan wel met de kanttekening dat dat het beeld is dat wij - de luisteraars - van hem hebben. Alle veranderingen in (het werk van) Dylan zijn voor ons opmerkelijk, onverwacht, onvoorspelbaar, enz. Maar ik denk dat deze 'veranderingen' voor Dylan zelf stappen zijn in een lineaire ontwikkeling. De ene stap het logische vervolg op de voorgaande stap.
Wanneer ik in oude fotoboeken blader en foto's van mezelf zie van 15, 20 jaar geleden, schrik ik me kapot. Hetzelfde geldt voor het teruglezen van aantekeningen van 10, 15 jaar geleden. Er is ogenschijnlijk een groot verschil tussen de 'ik' van toen en de 'ik' van nu.
Maar dan, wanneer je me op de man af vraagt of ik veranderd ben in de afgelopen jaren, moet ik je bekennen dat ik nog steeds dezelfde ik ben als ik toen was.

Tot zover, even tussen werk en maaltijd.

Met groet,

Tom

Geen opmerkingen: