Zimmys Jukebox & Dagen van gras

Een week of wat geleden ben ik begonnen met het lezen van Zimmys Jukebox: ausgewählte Lieder von Bob Dylan van Wolfgang Haberl. Ik had van te voren echt zin om het boek te lezen. Mooi omslag, geinige cartoon van Dylan. Ook de opzet van het boek bevalt me wel. De opzet van Zimmys Jukebox is een verzameling korte stukken over nummers van Dylan. Haberl heeft er bewust voor gekozen om niet al Dylans nummers te bespreken. De vraag is dan 'welke nummers wel & welke niet bespreken?'
Haberl heeft dat opgelost door ervoor te kiezen om de 51 nummers die op de verzamelaar DYLAN uit 2007 zijn verschenen te bespreken. Dat is een opzet die mij wel aanspreekt. De keuze is niet gemaakt door de voorkeur van de auteur. Bovendien maakt het Zimmys Jukebox tot geschikt leesvoer voor de 'oppervlakkige liefhebber', de liefhebber die nog niet veel verder is gekomen dan een verzamelaar - bij voorkeur DYLAN.
En tegelijkertijd gaat het daar ook al weer fout. Haberl gooit zijn eigen glazen in door te concluderen dat door zijn eigen opgelegde beperking er een aantal nummers ontbreken die volgens hemzelf wel besproken dienen te worden. En dus aan het eind van het boek plakt Haberl er nog een stuk met de titel 'Zugaben' aan vast waarin hij nog 12 songs bespreekt.
Hierdoor vervalt de gehele opzet van het boek in een keer in de categorie 'vlees nog vis'.
Dat kan ik Haberl nog makkelijk vergeven, als de inhoud van het boek maar goed is.
Dat is 'ie niet. Ik heb me door Zimmys Jukebox moeten worstelen. Het was - ondanks de fouten in de feiten - niet eens storend, maar vooral slaapverwekkend. Ik heb meerdere malen op het punt gestaan het lezen maar op te geven om daarna mezelf te dwingen toch maar weer verder te gaan. Hoe kan dat nou?
Voornamelijk in het eerste deel van het boek, waarin de nummers uit de jaren zestig & zeventig worden besproken, kakelt Haberl keurig na wat hij elders heeft gelezen. Er is in de grofweg eerste 150 bladzijden van het boek nauwelijks een originele gedachte te vinden. In het tweede deel van het boek, het deel waarin meer recentere nummers worden besproken, kon Haberl blijkbaar minder terugvallen op wat hij elders had gelezen. Hij kakelt nog wel na, maar in mindere mate. In deze tweede helft geeft Haberl wat vaker - noodgedwongen (?) - zijn eigen interpretatie van de besproken nummers. Wie denkt dat daarmee de tweede helft van het boek beter is dan de eerste helft, moet ik teleurstellen. Ik ben niets wijzer geworden.
Regelmatig moest ik - ergens halverwege een stuk - terugbladeren om te controleren over welk nummer Haberl ook al weer schrijft.
De conclusie is dan ook simpel: Ik kan niemand aanraden Zimmys Jukebox te lezen (al is de cartoon op de kaft wel mooi).

Gisteravond heb ik Zimmys Jukebox uitgelezen. Daarna ben ik begonnen in de roman Dagen van gras van Philip Huff.
In januari hoorde ik op aanraden van een lezer van deze blog een interview met Philip Huff n.a.v. Niemand in de stad, zijn tweede boek. In dat interview komt Dylan voorbij. De naam van zo'n schrijver blijft dan hangen, ergens in het achterhoofd.
Afgelopen donderdag was ik in de boekwinkel, daar lagen zowel Niemand in de stad als Dagen van gras - Huffs debuut uit 2009 - op een tafel. De kaft van Niemand in de stad sprak me minder aan dan de kaft van Dagen van gras. Bovendien kwam ik bij het doorbladeren van Niemand in de stad niet Dylans naam tegen terwijl ik bij het doorbladeren van Dagen van gras meerdere malen Dylans naam zag staan.
ik heb Dagen van gras gekocht, mocht dat bevallen, kan ik altijd nog Niemand in de stad kopen, dat was de gedachte.
Gisteravond, na het uitlezen van Zimmys Jukebox ben ik begonnen in Dagen van gras. Het was al laat, ik wilde hooguit een bladzijde of tien lezen om er een beetje in te komen. Na ruim zestig bladzijden lezen vielen mijn ogen bijna dicht & toen wist ik al dat Dagen van gras één van de beste boeken is die ik in de afgelopen tien, vijftien heb gelezen. Misschien wel het beste boek.
Doodmoe ben ik naar bed gegaan, slecht geslapen omdat Dagen van gras maar door mijn kop bleef spoken. Iets voor zes uur vanochtend opgestaan, om verder te lezen. Ik heb het boek niet meer weggelegd voor ik het uit had.
De gedachten over het boek zijn niet veranderd nu ik het geheel heb gelezen. Eén van de beste boeken is die ik in de afgelopen tien, vijftien heb gelezen. Misschien wel het beste boek.
Ik ga hier niet vertellen hoe Dylan in dit boek zit, Dylans 'rol' is beperkt. Veel belangrijker in dit boek zijn The Beatles. Sowieso speelt muziek een belangrijke rol.
Als er in romans over muziek geschreven wordt, is dat vaak knullig, hooguit om een tijdsbeeld op te roepen. Niet in Dagen van gras, in dit boek gaat het veel meer om de beleving van muziek, om de invloed van muziek op het individu. En dat weet Huff perfect te raken.
Het is geen boek over muziek & hoewel de aanwezigheid van Dylan de reden is geweest dat ik Dagen van gras heb gekocht, is diezelfde aanwezigheid niet de reden waarom ik van mijn stuk ben door het lezen van dit boek.
Het is zelfs niet eens zozeer het verhaal van Dagen van gras, hoewel het een verhaal is dat gelezen dient te worden. Het is vooral de taal waarin Huff het verhaal vertelt waardoor ik volledig van mijn stuk ben geraakt door dit boek.
Aanvankelijk deed het boek me denken aan Keefman van Jan Arends, maar dat heb ik maar snel losgelaten. Dit is beter dan Keefman. Wat is het dan?
Dat is moeilijk in woorden te vangen.
Ik heb geleerd - net als waarschijnlijk iedereen die de middelbare school heeft bezocht - dat de eerste zin van een roman, een verhaal essentieel is. Die eerste zin moet staan als een huis. Ik denk wel eens dat mede hierdoor al die barokke, ellenlange eerste zinnen in de Nederlandse literatuur te vinden zijn. Zinnen om je in te verslikken.
De eerste zin van Dagen van gras is niet meer dan 'Ik heet Ben.' Meer is het niet, maar effectiever kan ook niet. Drie woorden, direct raakt. Raak voor dit verhaal, raak voor de taal van Huff. Bij het lezen van die eerste zin, denk ik gelijk aan die eerste zin van Moby Dick. Daarna houdt de vergelijking, de overeenkomst ook op.
Een boek als Dagen van gras is uniek, het is nooit eerder geschreven. De taal is bedrieglijk eenvoudig. Het lijkt zo simpel, maar door die simpelheid is het nou juist raak.
Vraag me niet na te vertellen waar het boek over gaat. Ik kan het wel, maar ik wil het niet. Ik kan het verhaal toch niet beter dan Huff vertellen. Ik kan het niet eens benaderen. Navertellen zou het boek alleen maar te kort doen.
Dagen van gras is een perfect samenspel van verhaal & de taal waarin dat verhaal is geschreven. Het verhaal navertellen zou het samenspel teniet doen.
Moet je Dagen van gras lezen? Je moet niks. Je kunt er ook voor kiezen om jezelf te kort te doen. Wanneer je jezelf niet te kort wilt doen, lees het dan maar wel.

Geen opmerkingen: