Slow Train (1979) - door Jochen

Slow Train (1979)

Gotta Serve Somebody: The Gospel Songs of Bob Dylan uit 2003 is een prachtig tribuutalbum waarop zwarte gospelartiesten elf, deels uitmuntende, versies van Dylans religieuze songs vertolken, van songs die afkomstig zijn van het Devote Duo Slow Train Coming en Saved. Producer van beide Dylanplaten is de gelouterde veteraan Jerry Wexler, die ook bijdraagt op de boeiende begeleidende DVD bij het tribuutalbum, een documentaire waarop intimi als drummer Jim Keltner en gitarist Fred Tackett vertellen over hun ervaringen met Dylan.
Het interview met de bedaarde, milde en wijze Wexler is een hoogtepunt. Hij herinnert zich de eerste confrontatie met Dylans nieuwe repertoire en zijn verrassing:

Ik zei tegen Barry (Beckett, co-producer en toetsenist): “Het lijkt erop dat we van voor tot achter Jezus gaan krijgen.” Wat me helemaal niet afschrok, overigens. Dat kon me echt niet schelen. Want het was Bob. Al had hij de Gouden Gids willen doen: “Jawel, meneer. En waar wenst u te beginnen, bij de A of bij de Z?”

En nog steeds, ruim twintig jaar na de opnames, gloeit er trots na bij de man die toch ook bij legendes als Aretha Franklin, Dusty Springfield en Ray Charles achter de knoppen zat, de man die het begrip rhythm and blues bedacht om het hatelijke race music weg te poetsen.

Om bekend te staan als de producer van Bob Dylan… dat maakt het beeld helemaal af. Dus – aangezien ik over een gezonde behoefte tot zelfverheerlijking beschik – dat feit heeft me heel gelukkig gemaakt: ik heb met Bob Dylan gewerkt en ik ben niet afgegaan. (…) Heb je die uitzending met Sinéad O’Connor gezien, waarin ze zegt dat haar leven het meest is beïnvloed door die plaat? 

De eerste song die Dylan voor zijn eerste religieuze plaat schrijft is geen religieus lied. “Slow Train” heeft wel die status, mede ook omdat Dylan kennelijk een bijzonder belang eraan hecht en zelfs het hele album ernaar noemt. Maar tekstueel valt het lied beslist buiten de boot, Dylan kiest een vlag die de lading absoluut niet dekt. “Slow Train” behoort gerubriceerd te worden in de kolom waarin ook “Mississippi”, “Chimes Of Freedom” en “Changing Of The Guards” staan; weidse, omvattende confettiregens van impressies door een Amerikaanse staatsburger die het particuliere met het universele verbindt, die slalomt tussen satire, verslaggeving, surrealisme, aforismen en poëzie.

Het lied is dan ook, althans in een oervorm, geschreven vóór Dylans radicale omslag naar religieuze muziek, vóór de Bijbelstudiesessies in Reseda. Die sessies bezoekt de dichter bijna elke ochtend in de eerste maanden van 1979, de eerste kennismaking met “Slow Train” vindt plaats in december 1978, tijdens een soundcheck in Nashville. Een nietsvermoedende getuige van dat eerste uur zou het lied waarderend als een bonustrack bij Street Legal plaatsen, waarschijnlijk. De openingsregel is een echo van de verzuchting op “We Better Talk This Over”:
I feel displaced, I got a low-down feeling - Sometimes I feel so low-down and disgusted
En uit datzelfde Street Legal-lied herkennen we ook de uitgesproken afkeer van schijnheiligheid en achterbaksheid: hier fulmineert de dichter tegen de companions die hun principes verzaken, de vijand die zich verbergt onder een ‘mantel van fatsoen’, blufkampioenen en ‘meesters van de suggestie’, in We Better veracht hij de opponent die two-faced en double-dealing is, leugenachtig en verraderlijk.
Daarbij blijft het niet, qua sfeer-, toon- en inhoudsgelijkenis. In “Changing Of The Guards” aanschouwt de protagonist spijtig de machtshongerige thieves and merchants, in “No Time To Think” oordeelt hij, net als in “Slow Train” dat winstbejag en commercie ons beheersen en ontmenselijken (“Mercury rules you,” bijvoorbeeld) en überhaupt herinnert de trein die hier traag om de bocht verschijnt aan de trein die in het slotlied van Street Legal vertrekt: There is a long-distance train, pulling through the rain.

Nu zijn treinen geen nieuw verschijnsel in Dylans oeuvre, natuurlijk. Dit is het negenentwintigste officiële lied waarin een trein langs tuft, en al uit de hoestekst van Highway 61 Revisited, vijftien jaar hiervoor, blijkt Dylans fascinatie voor het beeld van de slow train. Die tekst opent met “On the slow train time does not interfere”, Autumn wijst een paar regels verder op de voorbij kruipende slow train en afgesloten wordt de woest uitwaaierende prozatekst met de verhullende onthulling dat de onderwerpen van de liedteksten op dit album iets van doen hebben met mooie vreemdelingen, Vivaldi’s groene colbertje en de holy slow train, de heilige trage trein.
Het is een mooi, sterk, gietijzeren beeld, het beeld van de trein die langzaam om de bocht verschijnt. In deze liedtekst dreigender, duisterder, apocalyptischer dan we kennen van Dylan. Aanvankelijk, in de eerste jaren 60, staat de trein ‘gewoon’ symbool voor romantische Wanderlust, de romantische drijfveer van de verteller die het geluk achter de volgende berg hoopt te vinden. “Poor Boy Blues”, “Gypsy Lou”, “Paths Of Victory”, om maar een paar te noemen. Gaandeweg verwordt het beeld van de trein langzaam tot decorstuk, om de onthechtheid van de protagonist te illustreren, bijvoorbeeld. Zoals in “It Takes A Lot To Laugh” en “Visions Of Johanna”. Onheilbrengend worden de treinen pas in de jaren 70. Nachtelijke hitte treft hem met de verwoestende kracht van een goederentrein in “Simple Twist Of Fate”. In “Señor” is het laatste dat de ontklede, knielende verteller ziet (overigens een kopie van de executiescène op de laatste bladzijde van Kafka’s Der Prozeß) a trainload of fools en in de podiumpraat waarmee Dylan in 1978 dit lied altijd aankondigt, verhaalt de zanger over een treinreis waarbij een oude Mexicaan met duivelse trekken in zijn coupé zit: “Hij was slechts gekleed in een deken en was minstens 150 jaar oud. Ik kon zien dat de vlammen uit zijn ogen sloegen. En er kwam rook uit zijn neus.”
Een medepassagier die vraagtekens oproept over de reisbestemming. Bepaald geen muizige forens op weg naar zijn werk op de afdeling debiteurenbeheer, in ieder geval – eerder een demon op weg naar het Armageddon.



Dat praatje vertelt Dylan in dezelfde tijd als hij “Slow Train” schrijft, en de ondergangssfeer zet de toon. De zeven coupletten eindigen met de stokregel waarin de trage trein om de bocht verschijnt, telkens voorafgegaan door duistere observaties. En vooruit, als dit lied dan de vaandeldrager van Dylans eerste religieuze plaat moet zijn, kun je met enige goede wil die duistere observaties inderdaad als manifestaties van Bijbelse Hoofdzonden als hoogmoed, hebzucht en onmatigheid afvinken.

Het eerste couplet en de meeste andere coupletten ademen de prekerigheid van Bijbelboeken uit het Nieuwe Testament, van het Boek Jacobus met name, hoewel Dylan nog niet letterlijk citeert. Earthly principles, aardse principes, is zo’n begrip dat weliswaar reuze Bijbels klinkt, maar nergens in het Boek der Boeken te vinden is. De toon van regels als Have they counted the cost it’ll take to bring down / All their earthly principles they’re gonna have to abandon? daarentegen wel; dat klinkt naar de vele vermaningen dat aardse rijkdom, schat of have vluchtig is, een refrein bij de Apostelen en de Briefschrijvers uit het Nieuwe Testament.
Diezelfde stichtelijke toon kleurt het vierde, vijfde en zesde couplet. Helder, evangelisch richtingwijzend is de inhoud niet. Zoals waarom de Vader des Vaderlands, Thomas Jefferson, zich in zijn graf omdraait. De opsteller van de Onafhankelijkheidsverklaring maakte in zijn tijd nogal een punt van het principe dat alle mensen gelijk zijn, dus zal zich inderdaad storen aan fools, glorifying themselves, aan dwazen die zichzelf verheerlijken. Maar ja, om daarom nou onrustig in je laatste rustplaats te woelen – met dat mensenslag had Jefferson destijds ook al genoeg van doen, dat kan tweehonderd jaar later nauwelijks grafschokkend zijn. Gerichter is dan het venijn dat vanaf de kansel over de zondaars in het vijfde en het zesde couplet wordt uitgestort: kapitalistische patsers, valse genezers, huichelaars en grootverdienende televisiedominees kunnen hun borst nat maken, want daar verschijnt die heilige, logge trein al om de bocht.

De weidsheid en het verhevene van die coupletten wordt gerelativeerd in de beide coupletten waarin de dichter lucht geeft aan particuliere beslommeringen met dames uit Alabama en Illinois. Beide schilderingen suggereren iets anekdotisch, maar de precieze aard daarvan blijft (uiteraard) dylanesque mistig.
Toch roepen deze zes coupletten ook opgeteld minder vraagtekens op dan dat raadselachtige derde couplet. De toon hier is opmerkelijk anders. Hier spreekt een xenofobe, agitprop-verspreidende volkshitser, hier schurkt de dichter ongemakkelijk dicht tegen ongezond nationalisme aan. ‘Feiten’ worden geponeerd met een Trumpachtig aplomb en dito onjuistheid. Met die controle door buitenlandse olie valt het wel mee, bijvoorbeeld. De Verenigde Staten produceren al sinds jaar en dag meer dan de helft van hun oliebehoefte zelf en er zit nog behoorlijk wat rek in die behoefte. Het beeld van sjeiks die zwaaiend met sjieke juwelen en getooid met neusringen (?) America’s future lopen te bepalen is ronduit vals en kwaadaardig, en associeer je eerder met overspannen gekijf van een volksmenner dan met bezonken reflecties van een poet laureate. Wonderlijk.

De song kan het verdragen, deze vreemde uitglijder. “Slow Train” is een grandioze song, een magnifieke afsluiter van die schitterende kant A. Gitarist Mark Knopfler mag een deel van het succes claimen. Hij opent met een korte solo die zowel venijnig als lyrisch is, krijgt alle ruimte om bij alle versregels accenten, uitroeptekens en commentaartjes te plaatsen, en beschikt over het talent en de vaardigheid om het toch al zo rijke lied nog eens te verrijken. Knisperende productie door Wexler, geweldig arrangement met ingetogen toetsenpartijen en terughoudende blazers… het lied zet een kroon op een van de mooiste plaatkanten uit Dylans rijke discografie.

De gildebroeders blijven echter uit de buurt van dit klapstuk, gek genoeg. Er bestaan nauwelijks covers van “Slow Train”, en al helemaal geen vermeldenswaardige. Het lied valt tussen wal en schip, kennelijk. De artiesten die aangetrokken worden door de Bijbelse kracht van een “I Believe In You” of een “Gotta Serve Somebody” missen hier de belijdenis, anderen worden wellicht juist afgeschrikt door de religieuze connotatie. Hoe dan ook: alleen al in die oorspronkelijke uitvoering – en eveneens in de live-uitvoering met Grateful Dead op het onterecht verketterde album Dylan & The Dead (1989), overigens - zal de song het Einde der Tijden ook wel halen.

 
Slow Train

Sometimes I feel so low-down and disgusted
Can’t help but wonder what’s happenin’ to my companions
Are they lost or are they found
Have they counted the cost it’ll take to bring down
All their earthly principles they’re gonna have to abandon?
There’s a slow, slow train comin’ up around the bend

I had a woman down in Alabama
She was a backwoods girl, but she sure was realistic
She said, “Boy, without a doubt
Have to quit your mess and straighten out
You could die down here, be just another accident statistic”
There’s a slow, slow train comin’ up around the bend

All that foreign oil controlling American soil
Look around you, it’s just bound to make you embarrassed
Sheiks walkin’ around like kings
Wearing fancy jewels and nose rings
Deciding America’s future from Amsterdam and to Paris
And there’s a slow, slow train comin’ up around the bend

Man’s ego is inflated, his laws are outdated, they don’t apply no more
You can’t rely no more to be standin’ around waitin'
In the home of the brave
Jefferson turnin’ over in his grave
Fools glorifying themselves, trying to manipulate Satan
And there’s a slow, slow train comin’ up around the bend

Big-time negotiators, false healers and woman haters
Masters of the bluff and masters of the proposition
But the enemy I see
Wears a cloak of decency
All nonbelievers and men stealers talkin’ in the name of religion
And there’s a slow, slow train comin’ up around the bend

People starving and thirsting, grain elevators are bursting
Oh, you know it costs more to store the food than it do to give it
They say lose your inhibitions
Follow your own ambitions
They talk about a life of brotherly love show me someone who knows how to live it
There’s a slow, slow train comin’ up around the bend

Well, my baby went to Illinois with some bad-talkin’ boy she could destroy
A real suicide case, but there was nothin’ I could do to stop it
I don’t care about economy
I don’t care about astronomy
But it sure do bother me to see my loved ones turning into puppets
There’s a slow, slow train comin’ up around the bend

Geen opmerkingen: